April 2003.
's Avonds gaat de telefoon en licht Stefanie me in over de bevalling, hoe Tricks het maakt en hoe het gaat met de kittens. Ze verwacht dat het crème/rood(?) katertje echt rood gaat worden. Ik hoef me dus niet druk te maken en kan geduldig gaan afwachten tot het ventje oud genoeg is om naar ons te verhuizen. Het liefst zou ik vier maanden bij Stefanie intrekken om geen dag te hoeven missen van mijn aanstaande, nieuwe huisgenoot. Dat gaat natuurlijk niet, dus vraag ik om veel (heel veel) foto's via de mail. Gelukkig kan dat wel, lang leve de moderne techniek. Op 30 augustus komt Stefanie de kleine kruimel brengen. Ze heeft hem de naam "Red Cloud" gegeven. Ik noem hem Robbyn, een aangepaste rode edelsteen voor een edele rode rakker. Robbyn is een heel klein katertje, net niet wit met oranje-rode oortjes en dito streep op rug en staart. Op zijn voorhoofd zit bovendien een lekkere eigenwijze oranje vlek. Moet dat een rode kater worden? Eigenlijk maakt het niet meer uit. Een enkele blik in z'n mooie bruine ogen en ik ben smoor op het jochie. Het eerste moment dat hij me ziet, schrikt hij en duikt hij in elkaar, maar eenmaal binnen gaat hij rustig op onderzoek uit. Dat de andere katten grommen of blazen interesseert hem niet zo. Erger vind hij het dat Stefanie even uit zijn blikveld verdwijnt en er klinkt dan ook meteen een zielig miauwtje. Zodra hij haar ziet terug komen, rent hij op haar af en geeft zich volledig over aan de knuffel waarop zij hem trakteerd. Als Stefanie afscheid heeft genomen en is vertrokken, gaat hij nogmaals op onderzoek uit in de kamer. In alle rust kuiert hij rond, snuffelend neemt hij de vreemde luchtjes in zich op, en komt na een poosje bij mij op schoot liggen. Hij wast zijn pootjes, snuffelt nog even aan m'n gezicht en na een aai zet hij z'n motortje aan. Hij heeft een heerlijke luide knor in z'n lijfje. Langzaam wordt het knorren spinnen en dan valt hij in slaap. Ondertussen lopen de andere poezen voorzichtig door de kamer. Ze hebben dat kleine, vreemd ruikende beestje gezien. De kust is nu veilig om te kijken of hij weer met het bezoek is vertrokken of dat hij is gebleven. Helaas, ik heb ze weer een rotstreek geleverd, dat kleine ding is er nog steeds. Ik vind het al heel wat dat ze door de kamer lopen. En dat ze op mijn benen of de bankleuning gaan liggen, terwijl Robbyn in mijn armen ligt te slapen. Dat was anderhalf jaar geleden wel anders. Toen lilac burmees Zohra bij me kwam wonen, zijn de andere katten drie dagen niet in de woonkamer gekomen. Misschien komt het omdat Robbyn heel vertrouwd ruikt. Dat vind ik tenminste, misschien denken zij dat ook. Hoe dan ook, het bevalt me wel. De eerste dagen verlopen heel rustig. Robbyn vindt eigenlijk alles best. Op tijd een bakje brokjes, een slok water en een bezoekje aan de kattenbak. Hij komt de dag wel door, spelend met een muis, een veter of een blaadje. Het contact met de anderen verloopt uiteraard nog heel voorzichtig. Ze blazen en grommen als hij te dichbij komt en verder lopen ze met een grote boog om hem heen. Bij confrontaties duikt hij tegelijk achteruit en in elkaar. Als het gevaar weer is geweken, gaat hij gewoon verder met spelen. Zohra, met anderhalf jaar oud nog heerlijk speels en actief, vindt Robbyn vreselijk interessant, maar ook heel eng. Als hij zit te spelen, kijkt zij van dichtbij vol interesse toe. Maar één stap te dichtbij en ze zet 'm blazend in d'r achteruit. Gaat ze echter op een holletje weg, dan rent Robbyn daar vrolijk achteraan. Je ziet 'm denken: "Ha, spelen!" Zij krijgt het daar even benauwd van en zoekt snel een veilig plekje boven op een kast. Als hij dan weer verder gaat met z'n spel en een muis lekker door de kamer mept, komt ze stiekem weer naar beneden en gaat van een afstandje zitten toekijken. Komt hij te dichtbij, dan gaat zij er vandoor, zodoende rent hij weer vrolijk achter haar aan en zo zit ze weer op de kast. Het is een genot om naar te kijken. #2# Met vier dagen voelen de "grote" poezen zich veilig en zeker genoeg om Robbyn van dichtbij te besnuffelen. Ze durven, vooral als hij zit te eten of ligt te slapen, dicht bij hem te komen. Bij mij op schoot ligt Zohra met haar rug tegen Robbyn aan (dat heeft ze niet zelf gedaan, hij is gewoon tegen haar aangekropen) zichzelf te wassen. Robbyn steekt nieuwsgierig z'n koppie haar kant op en al doende neemt ze hem ook even mee in haar poetsbeurt. Hij geniet er zichtbaar van. Even later komt ook Yottum (m'n grote kater) langs. Hij kijkt of er voor hem ook nog plaats is. Zohra is zijn speelmakkertje en hij geeft haar dan ook een paar tedere likken over haar kop. Dan komt hij Robbyn tegen, die hem slaperig aankijkt. Ook hij krijgt een paar likjes. Inmiddels heeft Robbyn ook de tuin verkend. Die is catproof, maar kittenproof? Het was helemaal nog niet mijn bedoeling om hem in de tuin te laten. Hij lag lekker te slapen en ik had stiekem de deur open gezet voor de andere poezen. Meneer werd echter wakker en wandelde naar de keukendeur. Net voor ik hem kon pakken, ging de voordeurbel. Ik ben één seconde afgeleid en hij grijpt zijn kans. Als ik naar hem kijk, zie ik 'm nog net in z'n pootje lachen. Ik schud m'n hoofd, maar ondertussen blijf ik wel buiten zitten om hem in de gaten te houden. Blijkt nergens voor nodig. Hij vermaakt zich prima, hij vindt het heerlijk om in de zon te liggen of om te proberen een vlieg te vangen. Binnen twee weken nadat Robbyn zijn intrede in ons huishouden heeft gedaan, lig ik 's avonds op de bank met drie á vier poezen op schoot en een zeldzame keer zelfs met alle vijf. Op zulke momenten zou ik, als ik het kon, spinnen van plezier. Ik geniet daarom in stilte, maar wel met volle teugen. Ik vind het ongelooflijk hoe totaal anders Robbyn is in vergelijking met Zohra. Zohra moest persé bij me in de buurt zijn, at niet als ik niet bij haar bleef staan. Ze deed alles wat ik verbood nog minstens tien keer opnieuw en eiste op elk moment mijn aandacht. Ze is verschrikkelijk lief, maar ze is ook een dwingeland. Robbyn daarentegen vindt alles best. Alleen eten, even geen tijd voor aandacht. "Mag dat niet? Ook goed". Hij is zo relaxed en gemakkelijk, zo kan ik er wel tien in huis hebben. Zohra is inmiddels veel rustiger en makkelijker geworden, maar alleen eten vindt ze nog steeds niks. Dus dan komt ze me halen, met als resultaat dat een ander haar brokken in tussentijd heeft opgegeten. Voor Robbyn is ze heel lief. Ze wast hem van kop tot staart, stoeit met hem, kroelt met hem, ligt met hem (opgerold tot bal) te slapen. Alleen als hij te opdringerig is, gromt of blaast ze naar hem en gaat ze weg, om vaak na nog geen minuut weer terug te komen. Ook Yottum speelt regelmatig met Robbyn. Niet zo intens als destijds met Zohra, maar wel heel lief. Mijn grote meiden hebben Robbyn geaccepteerd, maar gaan hem liever uit de weg. Ze hebben behoefte aan rust en daar past een speels kitten niet echt bij. Inmiddels is Robbyn 6 maanden. Na een groeispurt lijkt hij nu op een klein katje en niet langer op een langpootmug. Is het mijn verbeelding of is hij aardig wat roder geworden? Zijn ogen zijn net licht barnsteen, wat prachtig kleurt bij zijn vacht. Het is een heerlijk ventje en ik hoop nog lang van hem te kunnen genieten. Bedankt Tricks voor je mooie zoon. Bedankt Perdita, Macho en Roderick voor jullie hulp bij de opvoeding van Tricks' nest, die van Robbyn zo'n heerlijk ventje heeft gemaakt. Bedankt Stefanie voor twee zo verschillende, maar voor mij zo onmisbare, dierbare burmezen. |
Nederlandse Burmezen Club Member of Ocicat Club Holland |