Don, 21 Nov 2024

  

Member of
Mundikat


Member of


AVONTUREN > EEN SPROOKJE: EEN GOUDEN MANDJE

Er waren eens een paar burmezenprinsjes en -prinsesjes. De oudste heette prinses Zohra en zij kon al goed lezen en schrijven. Daarna kwam prins Robbyn die al wel een beetje kon lezen, maar nog niet kon schrijven. De jongste twee, prins Djavi en prinses Mirre, wisten nog niet eens wat schrijven was en lezen deed prinses Zohra wel voor hen. Vooral voorlezen. Prinses Zohra kon dan aan de anderen laten zien hoe goed ze dat al kon. Dat vonden haar broertjes en zusje niet erg, want zij vonden het heerlijk om te luisteren naar haar verhalen.
Op een dag vonden ze een stapel tijdschriften van de hofdame. Zij was een kastje aan het opruimen en had de tijdschriften op een stapel in de kamer liggen, toen de prinsjes en prinsesjes binnenkwamen. "Ooooh, wat is dat allemaal voor moois?", vroegen ze de hofdame. Die vertelde dat het oude tijdschriften waren die eigenlijk bij het oud papier hoorden. Zoiets mals had prinses Zohra nog nooit gehoord. In die tijdschriften stonden prachtige plaatjes en een heleboel verhaaltjes. Terwijl ze er één doorbladerde zag ze ook dat het alleen maar over dieren ging.
Ze vroeg de hofdame of ze de tijdschriften mochten hebben. Van de hofdame mochten ze er ieder één meenemen, de rest zou ze weg doen. Ieder prinsje en prinsesje zocht er één uit en samen trokken ze zich terug in hun speelkamer. Daar bladerden ze uren in de tijdschriften om alle plaatjes te bekijken. Tenslotte was prins Djavi het beu en vroeg prinses Zohra om de verhaaltjes voor te lezen.

Prinses Zohra bladerde door het tijdschrift dat ze in haar pootjes had. Welke zou ze kiezen? Ze besloot om het verhaaltje te kiezen waar boven stond: "Een gouden mandje". Het ging over een lapjeskat in de opvang voor thuislozen. Ze zocht een nieuw huis, met personeel als het even kon. De prinsjes en het prinsesje luisterden ademloos naar prinses Zohra en begonnen te juichen toen prinses Zohra verder voorlas en de lapjeskat inderdaad een nieuw huis bleek te hebben gevonden. Er bleek zelfs een gouden mandje voor haar klaar te staan.
Ze vonden het een pracht verhaal. "Zohra, hier staat ook een plaatje van een mandje, is dat ook zo'n verhaaltje?", vroeg prinses Mirre. Ze gaf het aan haar zusje, die even mompelde en toen vertelde dat het inderdaad ook een verhaaltje over een gouden mandje was. Ze begon met voorlezen. Dit keer ging het over een zwart-witte kater. Z'n personeel was op een dag vertrokken en had hem alleen achter gelaten. Na een tijdje was hij ook in de opvang voor thuislozen terecht gekomen. Ook hij had een nieuw huis mèt een gouden mandje gevonden.

Snel begonnen de prinsjes te bladeren in hun tijdschriften . Zou er bij hun ook zo'n verhaaltje in staan? Jawel hoor. Ze vonden ieder nog een verhaal en prinses Zohra las ze beide voor. Toen de verhaaltjes uit waren bleef het even stil.
"Wij hebben geen gouden mandjes", zuchtte prins Robbyn. "Wij hebben oude manden en harde van riet". "Ja, da's niet eerlijk , want wij zijn prinsen en prinsessen", zei prins Djavi. De prinsesjes vielen hem bij en even zaten ze samen te mopperen. Het was een schande dat gewone katten aan gouden mandjes konden komen en dat zij het met deze dingen moesten doen. Konden ze daar niets aan veranderen?
Eerst dachten ze dat ze naar koningin Quibus konden gaan. Maar prins Robbyn vertelde dat zij veel te zuinig was om voor ieder van hen een gouden mandje te kopen. Die dingen waren vast heel duur. Misschien konden ze het dan aan prinses tante Thia vragen. Maar dat durfde prins Djavi niet, want hij had haar die morgen heel erg laten schrikken. Tante kon daar slecht tegen en bleef daar altijd lang over nazeuren. Ze besloten dat dan alleen prins oom Yottum overbleef. Dus gingen ze hem samen zoeken.
Ze vonden hem in de koninklijke bibliotheek waar hij een dutje deed op een stapel boeken. Voorzichtig kopte prinses Zohra hem wakker en neusde even met hem. "Oom Yottum, kun jij ons helpen?, fleemde ze. Oom Yottum was dol op z'n oudste nichtje en ze probeerde daar nu gebruik van te maken. Prins Yottum rekte zich uit en sprong van de boeken af. Daarna keek hij ze vragend aan. Snel begon prinses Zohra uit te leggen dat ze uit betrouwbare bron hadden vernomen dat gewone katten aan gouden mandjes konden komen en dat zij, als prinsen en prinsessen, dat ook wilden. Kon hij hun daar niet aan helpen?
Eigenlijk moest prins Yottum er om lachen, maar omdat hij zo dol was op zijn neefjes en nichtjes kuchtte hij in z'n pootje en schraapte zijn keel. Tja, hoe kon hij daar nu op reageren? Hij dacht nog eens goed na en stuurde de kinderen toen naar de hofdame, zij zou vast wel raad weten. Tenslotte kwamen die tijdschriften bij haar vandaan.
Snel gingen ze op zoek naar de hofdame. Het duurde even voor ze haar tegen kwamen op de trap. Terwijl ze met haar meeliepen, legden ze uit wat ze wilden. De hofdame schudde haar kopje, maar durfde niet goed te reageren want de tijdschriften kwamen inderdaad bij haar vandaan. Stel je voor dat de koningin het zou horen. Nee, dit moest ze zelf oplossen. Ze besloot de kinderen mee te nemen naar de naaister, juffrouw Speld. Misschien kon zij de manden opknappen. Dan zou alles opgelost zijn.
Juffrouw Speld luisterde naar de hofdame, terwijl ze steeds met haar kopje knikte. Toen de hofdame klaar was met vertellen, kneep juffrouw Speld haar ogen half dicht en dacht goed na. Toen vroeg ze de kinderen om de manden te gaan halen, zodat zij er in haar atelier aan kon werken. Terwijl de kinderen wegrenden, vroeg ze de hofdame om wat geld, zodat ze materiaal kon kopen.

Enige dagen later werd er op de deur van de speelkamer geroffeld. Prinses Mirre deed de deur open en zag een lakei staan. Naast hem stonden een paar flinke pakketten. "Pardon prinses, ik heb opdracht gekregen om deze pakketten bij u en uw broers en zus te brengen. Mag ik even binnenkomen?" Mirre was zo verbaasd, dat ze alleen maar kon knikken terwijl ze de deur wat verder open deed. Terwijl de lakei op en neer liep, kwamen de anderen bij prinses Mirre staan. Bij het laatste pakket dat de lakei binnenbracht, zat een briefje. Dat legde hij boven op, boog naar de prinsjes en prinsesjes en vertrok.
Aarzelend liepen ze samen naar de stapel pakketten. Prinses Zohra pakte het briefje en las het aandachtig. Toen begon ze zacht te spinnen. Op aandringen van de anderen las ze het briefje hardop voor.

Lieve prinsen en prinsessen,

Jullie vroegen mij om gouden mandjes voor jullie te maken,
omdat jullie oude manden oud, versleten en hard waren.
Gouden mandjes zijn misschien wel mooi, maar ook hard.
Ik denk dat jullie hier veel blijer mee zullen zijn.

Hartelijke groeten,

Juffrouw Speld.

Nieuwsgierig als ze waren geworden, storten ze zich op de pakketten en scheurden het papier eraf. Wat ze vonden waren allemaal kussens en twee manden. Alles was van dezelfde zachte stof en voelde heerlijk aan. De kussens pasten precies in de rieten manden en de twee andere manden zetten ze erbij.
De prinsjes en prinsesjes waren opgetogen en gingen allemaal lekker liggen. Juffrouw Speld had gelijk. Hier waren ze heel blij mee. De mandjes lagen nu zo lekker, dat de lakei ze moest komen halen voor het eten.

Koningin Quibus hoefde geen fortuin aan goud uit te geven om voor haar kinderen mandjes te kopen, ze hoefde slechts de naaister en de stof te betalen. Tante Thia heeft heel lang niet hoeven te schrikken. En oom Yottum moest de kinderen komen roepen om op avontuur te gaan, in plaats dat ze z'n tukkie kwamen verstoren. Elk vrij moment lagen de prinsjes en prinsesjes in hun heerlijke mandjes. Zo was iedereen gelukkig.
Alleen de hofschrijver betreurde de situatie. Die bleef 's avonds met een koude en lege schoot zitten, maar dat is een ander verhaal.

Bevriende catteries
Alchymists
Brookside
Emibell
Niraja
Zebdaj
Member of
Nederlandse Burmezen Club


Member of
Ocicat Club
Holland


© 2006-2024 Cattery Nimble Nymph - Alle rechten voorbehouden
Disclaimer - Privacy Statement