Op 20 juni 2012 werden de kittens van Phèdre en Hapy geboren: 6 crème kruimeltjes, 2 meisjes en 4 jongens. Crème is niet één van de meest populaire kleuren. In dezelfde periode vond er door heel Nederland een heuse baby-boom plaats onder de Burmezenfokkers. En laten we de economische crisis niet vergeten. Logisch dus dat belangstelling van eventuele kopers op een lager pitje stond dan ik gewend was.
In februari kreeg ik telefoon. Men was op zoek naar een Burmees als maatje voor de al inwonende kater. We spraken af om kennis te maken en zo zaten ze een paar dagen later op de bank omringd door een paar crème monstertjes. De voorkeur ging uit naar een kater. En alsof die dat doorhad, liet die zich uiteraard prima zien en kroelen. Z'n zusje wilde echter ook wat aandacht en liet zich niet onbetuigd. Net toen ik dacht dat de kater zichzelf verkocht had, veranderde de voorkeur van kater naar poes. En zo vertrok er een meisje. Het werd mei en de voorbereidingen voor de Burmezenmiddag waren in volle gang. Ik had Enor en de twee crème kittens ingeschreven. Eind mei kreeg ik echter een e-mail. Men zocht dringend een Burmees, liefst geen kitten. Hun eigen Burmees was aan het kwijnen, omdat die haar maatje had verloren. Door technische storingen verliep het contact echter zeer moeizaam. Gelukkig bracht de telefoon uitkomst. Zelfs zonder kennisgemaakt te hebben met mij en de katten, kreeg ik de vraag wanneer ik de kater zou kunnen komen brengen. Die was dus bijzonder welkom. Maar ik wilde toch echt eerst een kennismaking. Dus kwamen ze op bezoek, herkende “hun jongen” tussen al het Burmezengeweld en vielen als een blok voor hem. Dat bleek wederzijds. Na z'n verhuizing was hij binnen 24 uur helemaal thuis. Ik ging dus naar de burmezenmiddag met 2 katten. M'n laatste “kitten”, Fanndís, had al een heel speciaal plekje in m'n hart veroverd na alle strubbelingen die we samen doormaakten toen ze nog slechts enkele weken oud was. Die middag stal ze ook het hart van één der keurmeesters, die haar tot lieveling van de keurmeester benoemde. Bovendien werd ze beste castraat. Behalve met een aantal bekers, zakjes voer en een oorkonde, bleek ze ook thuis te komen met wat extra zelfvertrouwen. Geweldig! Net voor de Burmezenmiddag had iemand al navraag naar haar gedaan. Ook nu kwamen ze kennismaken. Fanndís is niet zo'n held. Ze moet eerst doorhebben dat het bezoek niets kwaads in de zin heeft, alvorens ze is gerustgesteld. Ze verstopt zich meestal en als ze het niet vertrouwd, komt ze gewoon niet tevoorschijn. In tegenstelling tot allerlei voorgaande bezoeken, liet ze zich nu wel zien. Ze liet zich zelfs uitgebreid aanhalen en kroelen. Leek me een prima teken. Dat vond het bezoek ook. Een week later is ze dus verhuisd. Dat was toch wel even slikken. Voor Fanndís, want die moest aan een nieuw huis, nieuw personeel en een nieuwe soortgenoot wennen. Maar ook voor mij was het slikken. Bijna een jaar had ze bij me gewoond, hadden we lief en leed gedeeld. Toch weet ik dat kleine katjes groot worden en hun plek in de wereld vinden. Ik ben blij dat alle kids hun thuis hebben gevonden en er gedijen. Blij ook dat hun mensen gelukkig met ze zijn. Dat maakt mij weer gelukkig. |
Nederlandse Burmezen Club Member of Ocicat Club Holland |