Bij elke fokker komt het onvermijdelijke moment dat de kleine kittens groot genoeg worden om het huis te verlaten. Dat moment brak bij mij half januari aan en de eerste die het huis zou verlaten was Drustan. Ik had met Stefanie afgesproken dat zij met de trein naar Breukelen zou komen, ik zou er met de auto heen gaan. Van daar uit zouden we samen per trein naar Schiphol reizen. Drustan zou niet alleen mijn huis, maar ook het land verlaten. Van te voren alles wel 3x gecontroleerd:
De hele weg had Drustan zich voorbeeldig gedragen. Niet gezeurd, geklaagd of geprobeerd te ontsnappen. De overdracht op Schiphol verliep op dezelfde manier: uiterst rustig. Dat maakte het afscheid nemen voor mij een stuk gemakkelijker. Daarna werd Drustan vanuit mijn transportkooi overgezet in de transporttas en kon hij met zijn begeleidster gaan inchecken. Na een laatste afscheidsgroet vingen wij de terugreis aan. Enigszins met een vreemdsoortig leeg gevoel kwam ik weer thuis. Zouden ze Drustan missen? Met nog zes koters onder de poot had Mirre wel iets anders aan haar koppie. Het werd avond, net als anders en een kind minder viel binnen de kattenbende bij niemand op. Aan het begin van de avond zette ik de PC aan met het mailprogramma open. Er was me een berichtje beloofd zodra ze thuis waren aangekomen. 's Avonds tegen achten kwam het verlossende mailtje: ze waren veilig aangekomen en oooo wat was hij mooi en lief. Een pak van m'n hart. De volgende morgen had ik alles weer ingepakt klaarstaan voor de volgende reis. Die ging eerst naar Hengelo en daarna naar Oldenzaal. Tas in de auto gegooid, lunchpakket binnen bereik gelegd, daarna drie kitttens ingepakt en de Tomtom geprogrammeerd. De reis naar Hengelo verliep vlotjes, al lieten de dames met zeer grote regelmaat horen dat ze tekst en uitleg wilden. Maar vooral wilden ze dat de deur van de kooi openging, zodat ze eruit konden. Ik probeerde ze een beetje te sussen en verder het geklaag zoveel mogelijk te negeren. Volgens mij waren ze zo pienter om telkens om beurten een klaagzang of protestlied aan te vangen. Vermoeiend, want uitleggen waarom we op reis gingen en hoe lang de reis nog zou duren had geen zin. Dus kiezen op elkaar en rijden maar. We werden in Hengelo met open armen ontvangen. De kittens kregen een “cultuurschok”: een gezin met 3 kinderen in plaats van mijn rustige woning. Ik had danig met ze te doen. De kinderen gedroegen zich keurig en lieten de kittens op verzoek van hun ouders met rust. Maar ondanks dat bewogen ze en ze maakten geluid en dat vonden de kittens best eng. Ze bleven dicht tegen elkaar in de transportkooi zitten. Na de koffie en een rondleiding heb ik Ysandre en Danéle uit de kooi gehaald en laten kennismaken met hun nieuwe mensen. Een aaitje vonden ze best, maar daarna verscholen ze zich liever onder de bank. Na enige tijd durfden ze heel voorzichtig naast de bank rond te scharrelen. Tijd om te laten zien waar de kattenbakken stonden. Die werden meteen besnuffeld en verkend. Daarna waren we ze even kwijt. Ze bleken zich knus op een stoeltje onder een tafel te hebben terug getrokken. Na een laatste aai heb ik afscheid van hen en hun nieuwe huisgenoten genomen. Ik voelde dat ze er volledig welkom waren en meer kon ik niet wensen. Vervolgens met het laatste kitten weer in de auto gestapt op weg naar Oldenzaal. Dankzij wat navigatiehulp van de Tomtom waren we na nog geen half uur bij Cecilie's nieuwe thuis. Na de schok van een gezin met kinderen, moest ze ook nog de beledigingen van de hier wonende dames Main Coon ondergaan. Wat ze er van dacht is me niet helemaal duidelijk geworden. Ze bleef in de kooi en is een tukkie gaan doen. Dat was een slimme zet, want een slapende kat is niet interessant en op beledigingen werd dus niet gereageerd. Eén der dames Coon trok zich boven terug, de ander nam plaats op een stoel achter de eettafel. Toen Cecilie wakker werd, heeft ze wat gegeten. Drinken wilde ze niet. Even laten zien waar de kattenbak stond en daarna begon ze voorzichtig de boel rond de bank te verkennen. Ze vond er een knikker en heeft zich daarmee vermaakt. Ook probeerde ze op de vensterbank te klimmen, zodat ze kon zien wat het uitzicht hier te bieden had. Ze werd steeds zekerder in haar bewegingen en durfde, tussen de aaitjes door, al een groot deel van de kamer te bekijken. Ook deze jongedame was zeer welkom en na een gezellige middag, werd het voor mij tijd om afscheid te nemen en weer naar huis te gaan. Daar werd ik verrast door een enigszins onrustige moeder en een hongerige kattenbende. De honger was snel gestild. De onrust bleef wat langer, al was die de volgende dag al vrijwel verdwenen. Een week lang konden we “genieten” van de gehalveerde kittengroep, tot het weer zaterdag werd. Die dag zou Lelahiah verhuizen. Tas weer ingepakt, een lunchpakket klaar gemaakt, overnachtingsspullen in een tas gedaan en toen Lelahiah in een krat gezet. De Tomtom werd weer ingeschakeld en de reis kon beginnen. Het weer was bar slecht: regen, veel regen, zéér veel regen en harde wind. Geen pretje om in te rijden en de reis zou nog wel een tijdje duren. Onderweg liet Lelahiah zich een paar keer horen, maar een kriebel door het deurtje en wat lieve woorden waren steeds al snel voldoende troost om het weer even aan te kunnen. Aan het eind van de morgen kwamen we in Drachten aan. Tot mijn verbazing was de 3-jarige dochter des huizes uit logeren bij opa en oma, zodat Lelahiah eerst even rustig kon wennen. Wat leuk dat er zo goed aan m'n kitten werd gedacht. Lelahiah stapte uit de kooi en was binnen een half uur thuis. Ze had de kamer verkend, de kattenbak gezien, gekeken en geluisterd naar het 1-jarige zoontje en zich zelfs door hem laten aanhalen. Haar nieuwe personeel had ze bekeken, begroet, beklommen en overwonnen. Restte alleen nog de 5-jarige kater des huizes. Na ¾ jaar als solo heer en meester van het huis, was hij wel toe aan gezelschap. Maar tussen dit weten en de werkelijkheid van een nieuw klein kattenmeisje zit een verschil. Hij bromde en gromde met regelmaat, maar bleef wel in de buurt om te zien wat ze deed. Lelahiah kroelde wat af tijdens haar verkenningstochten. Ik was er dan ook helemaal gerust op dat ze binnen de kortste keren helemaal zou zijn ingeburgerd als volwaardig gezinslid en zo werd het wederom tijd voor het afscheid. Nu ik toch zover noordelijk was, kon ik mooi een bezoekje aan mijn familie brengen. Je reist tenslotte niet elke dag van Den Bosch naar Groningen. Na een aangename middag aldaar vertrok ik aan het begin van de avond voor het laatste deel van deze “wereldreis”. Over een stikdonkere weg in de (gelukkig niet meer stromende) regen ging de reis deze keer naar Klazienaveen. Daar had Stefanie me een bed voor de nacht aangeboden en dat aanbod had ik dankbaar geaccepteerd. Na een welverdiende nachtrust en een smakelijk ontbijt stapten we weer in de auto. Stefanie's gezin moest in Den Bosch op familiebezoek en aangezien mijn reis toch die kant op ging, reden ze met me mee. Helaas was er weer veel regen onderweg, wat het reizen erg vermoeiend maakte. Na Stefanie en gezin veilig te hebben afgezet, kwam ik bekaf thuis. Gauw alle katten geknuffeld en toen begonnen aan de dagelijkse routine van kattenbakken verschonen en wassen in en uit was- en droogmachines doen/halen. Daarna via de telefoon mijn ouders bedankt voor het verzorgen van de natjes en droogjes van alle katten en de resterende twee kittens. Toen was het eindelijk tijd om op de bank te ploffen en me te laten bedelven onder een stapel katten voor een welverdiende rustperiode. Het volgende weekeinde was de show in Utrecht en ik had Djavi en Phèdre er voor ingeschreven. Het liefst had ik Mirre ook meegenomen, maar die gaf nog steeds melk. Zij bleef dus thuis met Delauny en de rest van de kattenbende. De dag van de show was lang en ondanks het vele zitten en wachten toch ook wel vermoeiend. Maar het was gezellig en dat is ook belangrijk. Phèdre gedroeg zich voorbeeldig en had aan Djavi een fijne, stevige vriend waar ze lekker tegenaan kon kruipen en die haar, indien hij het nodig vond, van voor tot achter waste. Beide hebben een mooi keurrapport gekregen en dat is altijd weer fijn om te zien. 's Avonds bij het thuiskomen stond Mirre me, zoals altijd, op te wachten bij de voordeur. Nieuw was, dat ze meteen in de transportkooi klom om te zien wie er in zat. Tot haar grote opluchting had ik haar dochter weer mee teruggenomen. Het was haar dus niet ontgaan dat ik op dezelfde manier haar andere kinderen had weggebracht. De week na de show had Delauny een afspraak bij de dierenarts voor controle. Als kitten van 2 weken had hij een abces aan z'n elleboog opgelopen. Dat was snel behandeld, maar ongemerkt was er, ondanks de antibiotiumkuur, een restant van de ontsteking achtergebleven. Dat resulteerde in een zwelling in het gewricht dat enkele weken later werd ontdekt. En dan start de zoektocht naar het “wat is het” en “hoe komt hij er vanaf”. Een röntgenfoto had op deze leeftijd geen zin en een biopt werd overwogen. Mijn dierenarts vermoedde dat hij mankte, maar dat kon ik zeer stellig tegenspreken. Delauny rende, klom en “vloog” door de kamer en deed daarin niet onder voor zijn nestgenootjes. Na wikken en wegen werd het idee voor een biopt even in de koelkast gezet en kreeg hij een langdurige breed spectrum antibioticumkuur. Na een week zat er wel wat verbetering in de zaak, maar niet in de mate die we gewenst en gehoopt hadden. Weer werd een biopt overwogen, maar toch niet gedaan. Alles wat als oorzaak bedacht kon worden, vond een oplossing met z'n kuur. Dus dan maar doorgaan en afwachten. En nu was het zover. Het vervoerskrat zette ik op tafel om Delauny mee te nemen. Eenmaal het deurtje geopend, klom Phèdre er al in en Djavi kon ik nog net tegen houden. Daarna Delauny bij Phèdre gezet, deurtje gesloten en vertrokken naar de dierenarts. 't Was maar een klein stukje rijden, maar ik was erg gespannen. Wat zou de uitslag zijn? Toen we b |
Nederlandse Burmezen Club Member of Ocicat Club Holland |